Gezondheid & functioneren
Bij honden zien we gezondheidsproblemen die voortkomen uit:
- Uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld: een te klein schedel, waardoor ernstige
ademhalingsproblemen ontstaan. De aanwezigheid van overmatig veel
huidplooien kunnen leiden tot huidinfecties. - Erfelijke aandoeningen, bijvoorbeeld:
afwijkingen aan het skelet, gewrichten, organen, epilepsie of oogaandoeningen.
Deze gezondheidsproblemen kunnen gerelateerd zijn aan gedragsproblemen zoals: angst-, agressief – en of obsessief gedrag. Bij een gedragsprobleem zal daarom altijd worden gevraagd naar de gezondheidstoestand van de hond. Op deze manier kan de dierenarts, indien mogelijk, de medische klachten én gedragstherapeut
het gedragsprobleem aanpakken.
Emotionele toestand
Eén van de vijf ‘vrijheden’ van de commissie Brambell luidt: een dier moet vrij zijn van angst en (chronische) stress. Acute of chronische stress ontstaat als gedurende een korte of langere tijd de voorspelbaarheid en/of beïnvloedbaarheid van, voor de hond, relevante gebeurtenissen laag is. Dit kan vervolgens leiden tot agressief gedrag of zelfs tot abnormaal gedrag zoals, zelfbeschadiging.
Bij een gedragsprobleem, zoals angst of agressie, gaan we op zoek naar de veroorzaker van de stress en in welke situatie dit plaatsvindt.
Natuurlijk gedrag
Wat voor een hond natuurlijk (rasgebonden) gedrag is, kan snel uitgroeien tot probleemgedrag dat schadelijk, irritant of zelfs gevaarlijk is. Denk bijvoorbeeld aan, overmatig blaffen, waken, najagen, opdrijven, graven, of uitvallen naar andere honden. Maar ook trekken aan riem tijdens een wandeling kan natuurlijk heel vervelend zijn.
Bij een gedragsprobleem gaan we op zoek naar alternatieven die in de natuurlijke behoeften van de hond voorzien, zonder dat dit irritant, schadelijk of gevaarlijk is.